Visie op het onderwijsprogramma

Met het praktijkonderwijs hebben we een duidelijk doel voor ogen. Bij pro leert men door te doen. Het is een op de praktijk afgestemde opleiding, waar praktische vaardigheden en zelfredzaamheid als voorbereiding op arbeid en maatschappij centraal staan. Daarnaast wordt er doelbewust gewerkt aan christelijke en persoonlijke vorming, sociale vaardigheden en vrijetijdsbesteding. Arbeidsvoorbereiding in de vorm van oriëntatie, training en begeleiding is een belangrijk onderdeel. Per leerling stellen we een individueel traject samen. Ons doel is goed opgeleid personeel voor eenvoudig en routinematig werk af te leveren. Verder is de school een schakel tussen vervolgonderwijs en bemiddelende instanties die zich bezighouden met scholing en begeleiding van het arbeidstraject.

 

Het onderwijs

Het onderwijsprogramma is zoveel mogelijk afgestemd op de hiervoor omschreven visie, de grondslag van de school en de individuele mogelijkheden van de leerling. In het onderwijsprogramma neemt godsdienstonderwijs een centrale plaats in.

Algemeen vormende vakken zoals Nederlands, lezen en rekenen geven we zoveel mogelijk op het niveau van de groep of in groepjes. Deze vakken stemmen we af op het praktische nut dat het later voor de leerling zal opleveren. We proberen steeds zo praktisch mogelijk bezig te zijn. Ook is het mogelijk dat een leerling geholpen wordt met remedial teaching. Verder is er een begeleidingsteam (BGT) dat het leerproces van de individuele leerling volgt en ondersteunt, handelingsadviezen geeft en de begeleiding coördineert.

Bij de praktische vakken, die binnen pro het zwaarste accent hebben, beginnen we bij het niveau wat de leerling aankan. Er wordt gelet op de beheersing van vaardigheden, maar ook op inzet, motivatie, samenwerking en concentratie. We werken in een groot praktijklokaal met afdelingen verdeeld over de vier sectoren; economie, zorg en welzijn, techniek en groen. De praktische onderdelen zijn: koken, fietstechniek, administratie, magazijn, winkel, huishoudkunde, tuinarbeid, dierverzorging, houtbewerking, metaalbewerking en arbeidstraining.

 

Organisatie

Het huidige praktijkonderwijs bestaat uit drie groepen: de onderbouw (leerjaar 1 en 2), een middenbouw (leerjaar 3) en de bovenbouw (leerjaar 4 en 5).

In de onderbouw zijn we voornamelijk theoretisch bezig met de algemeen vormende vakken en met de voorbereiding op de praktische vakken en de stage. Bij de praktische vakken komt een veelheid aan vaardigheden aan bod. Deze vakken worden meestal zowel door jongens als door meiden gevolgd. Zo worden de basisbeginselen van koken, huishoudelijk werk, fietsreparatie en onderhoud van huis en tuin bijgebracht.

In de bovenbouw ligt het accent op de praktische vakken, de stage en de daarbij behorende kennisverwerving met het oog op het toekomstig beroep en het eventueel behalen van een mbo-diploma. Ook is het mogelijk om praktijkonderwijs duaal af te sluiten. Dit betekent dat leerlingen vier dagen werken en nog één dag per week naar school gaan.